Categorie archief: foto’s

Nieuw Leyden 8

Nieuw Leyden 1, Nieuw Leyden 2, Nieuw Leyden 3, Nieuw Leyden 4, Nieuw Leyden 5, Nieuw Leyden 6, Nieuw Leyden 7

Stadsdieren 24

stadsdieren 1, stadsdieren 2, stadsdieren 3, stadsdieren 4, stadsdieren 5, stadsdieren 6, stadsdieren 7, stadsdieren 8, stadsdieren 9, stadsdieren 10, stadsdieren 11, stadsdieren 12,stadsdieren 13, stadsdieren 14, stadsdieren 15, stadsdieren 16, stadsdieren 17, stadsdieren 18, stadsdieren 19, stadsdieren 20, stadsdieren 21, stadsdieren 22, stadsdieren 23

Spontane stadsinrichting

collage Walter van Peijpe

 

De openbare ruimte

Begin maart maakte het college bekend iets te willen doen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Hiervoor is de ’ontwerp-kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025’ opgesteld. Deze nota stelt voor de komende 15 jaar de uitgangspunten vast voor de ontwikkeling, inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Het college wil meer rust en samenhang, die moet ontstaan door duurzaamheid en standaardisatie bij de stadsinrichting

Deze keuze voor duurzaamheid en standaardisatie is niet verrassend. De nota bouwt voort op de oplossingen en materialen die zich in Leiden al bewezen hebben. Het past dus goed bij de uitgangspunten van het programma Binnenstad, waarin een strategie van conserveren de kwaliteit van de historische binnenstad moet vergroten. Daar is op zich niets mis mee en veel mensen zullen rust en samenhang in de openbare ruimte wel waarderen.

Het openbare leven

Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog niet. De openbare ruimte is meer dan nette bankjes, rustieke lantaarns en mooie klinkers. In de openbare ruimte speelt zich immers het openbare leven af dat van dag tot dag en van plek tot plek verschillend is. Zelfs een historische binnenstad verandert met de tijd en de manier waarop mensen de stad beleven en gebruiken zal over een paar jaar anders zijn dan nu. Een stad leeft en dus zal ook de inrichting van de openbare ruimte mee moeten veranderen met actuele stedelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vraagt om tijdelijkheid, uniciteit en flexibiliteit bij de stadsinrichting

De uitdaging

Deze twee inrichtingsprincipes, duurzaam/gestandaardiseerd tegenover tijdelijk/uniek, kunnen natuurlijk prima naast elkaar bestaan. Voor het eerste inrichtingsprincipe is de nota een geschikt toetsingskader. Het tweede inrichtingsprincipe is echter niet in een nota te vatten. Hiervoor is juist spontaniteit en creativiteit nodig. Dat is een mooie uitdaging voor de gemeente Leiden.

Misschien kunnen stadsgebruikers hierbij helpen door met inrichtingsvoorstellen te komen. Zij beleven immers de openbare ruimte het meest. Een goed bestaand voorbeeld hiervan is het Stadslab. Het is dan wel de taak van de gemeente om deze initiatieven de ruimte te geven, de goede plannen te selecteren en ze vervolgens snel uit te voeren.

Inspiratie

Op de site BXL100 staan prachtige voorbeelden van creatieve, unieke, virtuele transformaties van openbare ruimtes in Brussel. Wellicht kunnen deze voorbeelden het college inspireren en hen overhalen ook in Leiden ruimte te geven aan ‘spontane stadsinrichting’.

foto’s door BXL100

Stichting ‘LeidsHout’

  • Foto: Emile van Aelst
  • Leiden heeft een probleem met bomen. We kappen er teveel en we planten er te weinig terug. Afgesproken is dat gekapte bomen één op één gecompenseerd worden met nieuwe bomen ergens anders in de stad. Financieel is deze regeling afgedekt in het bomenfonds. Hierin zit inmiddels een flinke hoeveelheid geld die niet gebruikt wordt. GroenLinks Leiden stelde hier op 25 maart 2011 schriftelijke vragen over aan het college. GroenLinks wilde graag weten hoeveel bomen er nog gecompenseerd moeten worden en hoeveel geld er in het bomenfonds zit. Eerder, bij de behandeling van de Bestuursrapportage 2010, werd een motie van de ChristenUnie met algemene stemmen aanvaard. Deze motie verzoekt het college om voor de behandeling van de jaarrekening 2010 met een nieuw plan van aanpak te komen voor het niet functionerende bomenfonds. De gemeente heeft dus nog tot juni 2011 de tijd om met een goed voorstel te komen. Ik wacht in spanning af.

    Maar naast bovenstaande ‘boomcompensatiezorg’ heeft de ontbossing van Leiden ook een andere interessante component: wat gebeurt er eigenlijk met de gekapte bomen? Mijn vermoeden is dat deze in de versnipperaar terecht komen. En dat is natuurlijk zonde. Veel gekapte bomen zijn prima bruikbaar als leverancier van ‘stadshout’. Hergebruik van stadsbomen is niet alleen duurzaam maar ook goed voor de locale economie. Amsterdam heeft inmiddels een Stichting Stadshout en ook in Utrecht, Groningen en Den Haag zijn initiatieven die het gebruik van ‘stadshout’ als duurzaam bouwmateriaal ontdekt hebben. Het wachten is nu dus op Leiden. Sloopbomen hebben we genoeg en er zit zat geld in het bomenfonds om een Stichting ‘LeidsHout’ te ondersteunen bij de oprichting.

    Lees hier meer over ‘stadshout’

    Mijn artikel is ook te lezen op ‘LeidseRuimte’

    Het spook van de taxistandplaats Leiden

     onderhoud, onderhoud, onderhoud