Op 3 november was ik in het Rijnlands Architectuur Centrum [RAP] bij de opening van de tentoonstelling “IK BOUW! IN NIEUW LEYDEN”. Nieuw Leyden is een wijk in aanbouw op het voormalige EWR/slachthuis-terrein in Leiden Noord. De tentoonstelling, gerealiseerd door het RAP, is een visuele evaluatie van dit bijzondere project. Er werd flink gespeecht. Christoffel Klap, directeur van woningcorporatie Portaal Leiden, en zelfs de vader van ‘Nieuw Leyden’ Ron Hillebrand spraken met terechte trots over ‘hun’ nieuwe wijk. Het RAP werd bedankt en geprezen voor de belangrijke bijdrage aan het hele project. Na een speech van burgemeester Henri Lenferink opende hij de tentoonstelling door het doorknippen van een lintje.
Op 10 november, een week na de opening, kreeg ik, via het RAP, een persbericht van de Leidse woningcorporaties. (SLS Wonen, Portaal, Ons Doel, De Sleutels en Ymere). Hierin wordt duidelijk dat de Gemeente Leiden de door het RAP aangevraagde subsidie heeft afgewezen en dat zij niet met het RAP wil praten over alternatieve mogelijkheden. Het pand van het RAP aan de Nieuwstraat, de voormalige ‘Blonk-garage’, staat op de lijst van door de gemeente te verkopen vastgoed.

De Leidse woningcorporaties vinden het voortbestaan van het RAP voor Leiden van groot belang en willen daarom voor twee jaar een flink bedrag aan het RAP beschikbaar stellen. Als voorwaarde stellen de corporaties wel dat ook de Gemeente meefinanciert. Het college van B&W ziet echter geen mogelijkheden voor structurele financiële ondersteuning. Het gaat om een bedrag van € 67.000. per jaar.
Na het lezen van het persbericht kreeg ik ineens een heel ander gevoel over die opening op 3 november. Was de burgemeester al op de hoogte van de subsidieafwijzing? Als dat zo is dan zal hij die knip eerder ervaren hebben als het doorknippen van een navelstreng dan van een lintje.
Want het RAP heeft een belangrijke culturele functie in Leiden. Al bijna 10 jaar organiseert het RAP, exposities, lezingen, de Dag van de Architectuur kinderworkshops, excursies, prijsvragen en debatten. Inwoners van Leiden worden zo uitgenodigd om kennis te maken met, na te denken over en mee doen aan de stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen van hun wijk en hun stad. In die tien jaar hebben misschien wel honderden vrijwilligers zich hier enorm voor ingezet. Veel Leidse stedenbouwkundigen, architecten, vormgevers, ontwikkelaars en bouwers zijn betrokken bij het RAP en leveren ook een belangrijke bijdrage: financieel, bestuurlijk of adviserend. De Gemeente heeft veelvuldig dankbaar gebruik gemaakt van de culturele functie en uitstraling van het RAP. De watertoren, de Meelfabriek, de Stijl, discussieavonden over de structuurvisie, hoogbouw, stadskaarten, het Groene Hart, de Kooi, de Welstandnota: het zijn onderwerpen die allemaal in het RAP aandacht gekregen hebben.
In 2000 onderkende de Gemeente wel het belang van het RAP voor de stad en honoreerde de subsidieaanvraag. Toen zat het RAP nog op de Breestraat 70. Nu zit daar, wrang genoeg, het ‘Huis van de Raad’. Ik hoop dat in alle fractiekamers de toekomst van het RAP hoog op de agenda komt te staan. Ik denk dat in alle fractiekamers uitvoerig besproken wordt wat Leiden aan het RAP te danken heeft. Ik weet zeker dat elke, zichzelf respecterende fractie, het met mij eens zal zijn dat het RAP ruimhartig en vol overgave door de Gemeente gesteund moet worden. Ik ga er van uit dat de gemeenteraad volmondig tegen het college van B&W zal zeggen: RED HET RAP!!
Vind ik leuk:
Like Laden...