De openbare ruimte
Begin maart maakte het college bekend iets te willen doen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Hiervoor is de ’ontwerp-kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025’ opgesteld. Deze nota stelt voor de komende 15 jaar de uitgangspunten vast voor de ontwikkeling, inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Het college wil meer rust en samenhang, die moet ontstaan door duurzaamheid en standaardisatie bij de stadsinrichting. Inmiddels is de inspraak verwerkt en in januari 2012 zal de gemeenteraad de kadernota vaststellen.
De keuze voor duurzaamheid en standaardisatie is niet verrassend. De nota bouwt voort op de oplossingen en materialen die zich in Leiden al bewezen hebben. Het past dus goed bij de uitgangspunten van het programma Binnenstad, waarin een strategie van conserveren de kwaliteit van de historische binnenstad moet vergroten. Daar is op zich niets mis mee en veel mensen zullen rust en samenhang in de openbare ruimte wel waarderen.
Het openbare leven
Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog niet. De openbare ruimte is meer dan nette bankjes, rustieke lantaarns en mooie klinkers. In de openbare ruimte speelt zich immers het openbare leven af dat van dag tot dag en van plek tot plek verschillend is. Zelfs een historische binnenstad verandert met de tijd en de manier waarop mensen de stad beleven en gebruiken zal over een paar jaar anders zijn dan nu. Een stad leeft en dus zal ook de inrichting van de openbare ruimte mee moeten veranderen met actuele stedelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vraagt om tijdelijkheid, uniciteit en flexibiliteit bij de stadsinrichting
De uitdaging
Deze twee inrichtingsprincipes, duurzaam/gestandaardiseerd tegenover tijdelijk/uniek, kunnen natuurlijk prima naast elkaar bestaan. Voor het eerste inrichtingsprincipe is de nota een geschikt toetsingskader. Het tweede inrichtingsprincipe is echter niet in een nota te vatten. Hiervoor is juist spontaniteit en creativiteit nodig. Dat is een mooie uitdaging voor de gemeente Leiden.
Misschien kunnen stadsgebruikers hierbij helpen door met inrichtingsvoorstellen te komen. Zij beleven immers de openbare ruimte het meest. Een goed bestaand voorbeeld hiervan is het Stadslab. Het is dan wel de taak van de gemeente om deze initiatieven de ruimte te geven, de goede plannen te selecteren en ze vervolgens snel uit te voeren.
Inspiratie
Op de site BXL100 staan prachtige voorbeelden van creatieve, unieke, virtuele transformaties van openbare ruimtes in Brussel. Wellicht kunnen deze voorbeelden het college inspireren en hen overhalen ook in Leiden ruimte te geven aan ‘spontane stadsinrichting’.
foto’s door BXL100
Walter van Peijpe
dit artikel verscheen eerder op http://waltervanpeijpe.com/