13-10-2013 Vandaag zag ik twee interessante artikelen op twitter voorbijkomen. Het eerste,op de site van BinnenlandsBestuur.nl, gaat over de verliezen die veel gemeenten maken op parkeren. Het tweede staat op Vastgoedmarkt.nl en gaat over de blijvende problemen op de winkel- en kantorenmarkt. Beide artikelen hebben direct betrekking op de wens van de gemeente Leiden om twee ondergrondse parkeergarages te bouwen in het centrum. Na het lezen kan je je afvragen of deze wens wel zo verstandig is. Dinsdag 15 oktober presenteert de gemeente haar plannen voor de garages in de commissievergadering. Ik zal de wethouder eens vragen of hij de twee artikelen ook gelezen heeft.
Komende maand wordt de programmabegroting 2014 van de gemeente Leiden besproken in de raad. Het is de laatste begroting voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014. Er is wat extra geld gevonden en dus worden wat cadeautjes weggegeven, zoals dekking voor de beheerkosten van het Singelpark, geld voor de programmering van de Lakenhal in 2017 en dekking voor de aanleg van het voetpad door de Tuin van Noord. Een beetje een ‘feelgood-begroting’ dus.
Nee, veel spannender wordt het binnenkort bij de bespreking van het uitvoeringsbesluit voor de bouw van de twee ondergrondse parkeergarages aan de Garen- en Lammermarkt. In het coalitieakkoord staat immers onder punt 9: “…..Het College realiseert mede daartoe 1000 extra parkeerplaatsen in ondergrondse parkeergarages in de binnenstad….”. Het is dus logisch dat het college nog voor de verkiezingen een besluit genomen wil hebben. Maar de tijd dringt.
Over parkeren staan een paar interessante dingen in de begroting. Op pagina 49 staat: “Goede, bereikbare en voldoende parkeergelegenheid is een voorwaarde voor een goede bereikbaarheid van de stad…” In deze zin wordt meteen de misvatting van dit college zichtbaar. Want laten we eerlijk zijn, Leiden is prima te bereiken en er is voldoende parkeergelegenheid. Erger nog, het is maar helemaal de vraag of de voorgenomen garage onder de Garenmarkt nou wel zo goed bereikbaar zal zijn, zo middenin de binnenstad. De bestaande garage onder het ROC aan de Lammenschans [450 plaatsen] is veel beter bereikbaar! Met een paar shuttlebusjes is elke bezoeker die daar parkeert binnen een enkele minuten aan de kop van de Breestraat. Voldoende parkeergelegenheid is er dus al. Gedegen onderzoek heeft dat al lang aangetoond. Dat wordt dus nog een goede discussie in de raad.
Parkeergarage ROC-Lammenschans
Maar er staat nog een interessante passage in de begroting: “..Het parkeren op straat in de omgeving van de garages kan daarom worden ontmoedigd. Voor de kwaliteit van de openbare ruimte houdt dat een verbetering in………Afhankelijk van een door de gemeenteraad te geven richting zal hiervoor in de tweede helft van 2014 beleid worden opgesteld” Kijk, dat klinkt al verstandiger. Maar waarom pas in de tweede helft van 2014, als het uitvoeringsbesluit voor de garages al genomen is? Logisch, omdat VVD, CDA, SP en D66 zich gecommitteerd hebben aan 1000 extra parkeerplaatsen. 1000 extra en geen 1 minder. Toen ik eerder in de raad voorstelde om de Garenmarkt, na de bouw van de ondergrondse garage, niet in te richten als parkeerterrein maar ‘leeg’ te laten, werd dit kansloos weggestemd, ook door de PvdA. Dat wordt dus nog een goede discussie in de raad.
In een aantal wijken rond de binnenstad loopt een proef van twee jaar met een blauwe zone voor het parkeren. Laatst ontving ik als bewoner een enquête over de proef met de blauwe zone. Daarin werden de verschillende opties voor na de proef uiteengezet:
1. Blauwe zone: maximaal 2 uur parkeren met parkeerschijf voor bezoekers en een parkeervergunning voor bewoners van €65 per jaar; 2. Betaald parkeren voor bezoekers en een parkeervergunning voor bewoners van €40 per jaar; 3. Gratis parkeren voor iedereen en parkeeroverlast voor de bewoners.
Voor betaald parkeren is de parkeervergunning bij een lager bedrag kostendekkend voor de gemeente dan bij een blauwe zone. Dit komt doordat bezoekers moeten betalen en doordat de opbrengst van de parkeerboetes dan naar de gemeente gaat in plaats van naar het rijk zoals bij een blauwe zone. Hoewel het heel logisch is om als gemeente rekening te houden met voor wie de extra inkomsten uit boetes zijn, vind ik het onwenselijk om op gemeentelijk niveau een oplossing te kiezen waarin alleen rekening gehouden wordt met de lokale financiën en niet met die voor de rest van Nederland. Desalniettemin denk ik dat optie 2 het eerlijkst is omdat dan zowel de bewoners als de bezoekers betalen voor het oplossen van de parkeerproblemen.
Het idee van internet der dingen is dat allerlei (of zelfs alle) dingen via internet te raadplegen zijn. “Waarom zou je in vredesnaam met een glasbak willen internetten? Wat een onzin!”, zou je denken. Maar, als die glasbak daarmee voor je met je tasje lege potten en flessen de deur uit gaat je vertelt dat hij vol zit, dan is dat wel handig. Nog handiger is het als een bijna volle glasbak dit aan organisatie die hem leegt doorgeeft zodat de glasbak nooit meer helemaal vol komt te zitten.
Zo zijn er meer toepassingen te bedenken voor internet der dingen: Een parkeerplaats die doorgeeft dat er daar nog een vrije parkeerplek is; Een lantarenpaal die na een aanrijding zelf meldt dat hij scheef staat; Je fiets die meldt dat hij nog op het station staat.
Het is goed mogelijk dat we de nieuwe mogelijkheden die internet der dingen geeft nog niet ten volle beseffen en zal het in belangrijke mate bepalen hoe de stad van de toekomst er uit zal zien. Heb je een goed idee voor een toepassing? Meld het bij de reacties.
Laatst werd mij deze vraag gesteld. Mijn eerste associatie was die van futuristische sience fiction met electrische vliegfietsen en zo. Van dat soort toekomstbeelden blijkt echter meestal niks terecht te komen. In de jaren ’50 dacht men dat we in in het jaar 2000 al persoonlijk vliegvervoer zouden hebben, maar internet voorzag niemand.
M’n tweede gedachte was gewoon extrapolatie van de huidige ontwikkelingen van steeds efficiënter ruimtegebruik en energiezuinige huizen met behoud van de originele historische bouwstijlen en meer sociale interactie in de wijk door internet, maar dat is me niet visionair genoeg.
Wat zou ik in Leiden nou anders willen, iets kleins maar radicaal anders? Geparkeerde auto’s, ondanks parkeervergunningen staan de binnenstad en de oude wijken daaromheen vol auto’s, vooral gewoon van bewoners zoals ikzelf. Te vol, want die wijken zijn daar nooit op ontworpen. We kunnen ze vervangen voor klimaatneutrale auto’s. Daar wordt de wereld beter van, maar de wijk nog steeds niet mooier. Het blijft gewoon veel te veel blik.
Wat ik zou willen is een wijk zonder geparkeerde auto’s. Zodat er weer op straat gespeeld en geleefd kan worden. Maar, waar laten we die auto’s dan? Toen herinnerde ik me een artikel in De Ingenieur met een uitstekende oplossing: parkeren onder gracht. Dat moet toch ook onder een gewone straat kunnen.
Wat is jouw stad van van de toekomst? Laat een reactie achter.