Tagarchief: openbare ruimte

Koninginnedag tango in de Leidse Ruimte

2013-04-30 14.28.26Tango in de Leidse openbare ruimte? Jazeker. Het is zelfs een jarenlange traditie, gestart door Peter en Mirjam van Dependans.
De Waterlelie in de Leidse Hout wordt door hen elke zomer – én met koninginnedag – op zaterdagmiddagen omgetoverd tot tangosalon.

Vandaag traden het Leidse amateur tango-orkest Tejones de Tango en een van de beste tango orkesten van Nederland Trio Nocturna, live op, terwijl vele in oranje gehulde dansers zich enthousiast op de dansvloer stortten.

Ook een keertje kijken bij de Waterlelie? Bekijk hier het rooster…

Uit de oude doos: Spontane stadsinrichting

collage Walter van Peijpe

De openbare ruimte

Begin maart maakte het college bekend iets te willen doen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Hiervoor is de ’ontwerp-kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025’ opgesteld. Deze nota stelt voor de komende 15 jaar de uitgangspunten vast voor de ontwikkeling, inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Het college wil meer rust en samenhang, die moet ontstaan door duurzaamheid en standaardisatie bij de stadsinrichting. Inmiddels is de inspraak verwerkt en in januari 2012 zal de gemeenteraad de kadernota vaststellen.

De keuze voor duurzaamheid en standaardisatie  is niet verrassend. De nota bouwt voort op de oplossingen en materialen die zich in Leiden al bewezen hebben. Het past dus goed bij de uitgangspunten van het programma Binnenstad, waarin een strategie van conserveren de kwaliteit van de historische binnenstad moet vergroten. Daar is op zich niets mis mee en veel mensen zullen rust en samenhang in de openbare ruimte wel waarderen.

Het openbare leven

Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog niet. De openbare ruimte is meer dan nette bankjes, rustieke lantaarns en mooie klinkers. In de openbare ruimte speelt zich immers het openbare leven af dat van dag tot dag en van plek tot plek verschillend is. Zelfs een historische binnenstad verandert met de tijd en de manier waarop mensen de stad beleven en gebruiken zal over een paar jaar anders zijn dan nu. Een stad leeft en dus zal ook de inrichting van de openbare ruimte mee moeten veranderen met actuele stedelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vraagt om tijdelijkheid, uniciteit en flexibiliteit bij de stadsinrichting

De uitdaging

Deze twee inrichtingsprincipes, duurzaam/gestandaardiseerd tegenover tijdelijk/uniek, kunnen natuurlijk prima naast elkaar bestaan. Voor het eerste inrichtingsprincipe is de nota een geschikt toetsingskader. Het tweede inrichtingsprincipe is echter niet in een nota te vatten. Hiervoor is juist spontaniteit en creativiteit nodig. Dat is een mooie uitdaging voor de gemeente Leiden.

Misschien kunnen stadsgebruikers hierbij helpen door met inrichtingsvoorstellen te komen. Zij beleven immers de openbare ruimte het meest. Een goed bestaand voorbeeld hiervan is het Stadslab. Het is dan wel de taak van de gemeente om deze initiatieven de ruimte te geven, de goede plannen te selecteren en ze vervolgens snel uit te voeren.

Inspiratie

Op de site BXL100 staan prachtige voorbeelden van creatieve, unieke, virtuele transformaties van openbare ruimtes in Brussel. Wellicht kunnen deze voorbeelden het college inspireren en hen overhalen ook in Leiden ruimte te geven aan ‘spontane stadsinrichting’.

foto’s door BXL100

Walter van Peijpe

dit artikel verscheen eerder op http://waltervanpeijpe.com/

Spontane stadsinrichting

collage Walter van Peijpe

 

De openbare ruimte

Begin maart maakte het college bekend iets te willen doen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Hiervoor is de ’ontwerp-kadernota kwaliteit openbare ruimte 2025’ opgesteld. Deze nota stelt voor de komende 15 jaar de uitgangspunten vast voor de ontwikkeling, inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Het college wil meer rust en samenhang, die moet ontstaan door duurzaamheid en standaardisatie bij de stadsinrichting

Deze keuze voor duurzaamheid en standaardisatie is niet verrassend. De nota bouwt voort op de oplossingen en materialen die zich in Leiden al bewezen hebben. Het past dus goed bij de uitgangspunten van het programma Binnenstad, waarin een strategie van conserveren de kwaliteit van de historische binnenstad moet vergroten. Daar is op zich niets mis mee en veel mensen zullen rust en samenhang in de openbare ruimte wel waarderen.

Het openbare leven

Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog niet. De openbare ruimte is meer dan nette bankjes, rustieke lantaarns en mooie klinkers. In de openbare ruimte speelt zich immers het openbare leven af dat van dag tot dag en van plek tot plek verschillend is. Zelfs een historische binnenstad verandert met de tijd en de manier waarop mensen de stad beleven en gebruiken zal over een paar jaar anders zijn dan nu. Een stad leeft en dus zal ook de inrichting van de openbare ruimte mee moeten veranderen met actuele stedelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vraagt om tijdelijkheid, uniciteit en flexibiliteit bij de stadsinrichting

De uitdaging

Deze twee inrichtingsprincipes, duurzaam/gestandaardiseerd tegenover tijdelijk/uniek, kunnen natuurlijk prima naast elkaar bestaan. Voor het eerste inrichtingsprincipe is de nota een geschikt toetsingskader. Het tweede inrichtingsprincipe is echter niet in een nota te vatten. Hiervoor is juist spontaniteit en creativiteit nodig. Dat is een mooie uitdaging voor de gemeente Leiden.

Misschien kunnen stadsgebruikers hierbij helpen door met inrichtingsvoorstellen te komen. Zij beleven immers de openbare ruimte het meest. Een goed bestaand voorbeeld hiervan is het Stadslab. Het is dan wel de taak van de gemeente om deze initiatieven de ruimte te geven, de goede plannen te selecteren en ze vervolgens snel uit te voeren.

Inspiratie

Op de site BXL100 staan prachtige voorbeelden van creatieve, unieke, virtuele transformaties van openbare ruimtes in Brussel. Wellicht kunnen deze voorbeelden het college inspireren en hen overhalen ook in Leiden ruimte te geven aan ‘spontane stadsinrichting’.

foto’s door BXL100

Hier kan kunst!

doesburg hooigracht def

Leiden heeft maar heel weinig kunst in de openbare ruimte. In het verkiezingsprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 zal GroenLinks Leiden pleiten voor meer stadskunst. In Leiden zijn genoeg plekken aan te wijzen waar een kunstwerk mogelijk is. De gemeente maakt een ‘Hier Kan Kunst Kaart’ waarop alle plekken in de stad staan aangegeven waar [soms tijdelijk] kunst kan. Kunstenaars tekenen  in op een locatie en maken hiervoor een ontwerp. De ingezonden plannen worden door een ruimdenkende jury beoordeeld. Bij een positief advies kan het kunstwerk uitgevoerd worden.  De gemeente stelt een vast bedrag per kunstwerk beschikbaar. Zo kan Leiden in korte tijd verrijkt worden met veel nieuwe stadskunst. AH parkerenZoals hier: In het najaar is in de Lakenhal een grote tentoonstelling over Theo van Doesburg.  De gevel van de AH-parkeergarage aan de Ir. Driessenstraat is daarom nu alvast in stijl beschilderd.

De Breestraat

img_3108

Op 5 januari 2009 hield burgemeester Henri Lenferink van Leiden zijn nieuwjaarstoespraak. Hieronder een citaat daaruit:

“Velen waren geschokt toen Leiden ergens onderaan bungelde toen het ging om de kwaliteit van de binnenstad als winkelcentrum, zelfs als het om de ambiance gaat scoorden we niet hoog. Hoe kan dat, terwijl we zo’n mooie oude binnenstad hebben? Welnu, zo moeilijk is dat niet in te zien. Onze binnenstad heeft prachtige, onovertroffen plekken die Leiden op zich tot een van de mooiste steden van Holland maken. Maar juist het winkelgebied, de aanloopstraten vanaf het station en de Beestenmarkt, kortom de gebieden waar de winkelende bezoeker primair loopt zien er niet uit. Een rommelige inrichting van de openbare ruimte, schreeuwerige goedkope reclame-uitingen en puien zonder kwaliteit met slechte materiaalkeuzes, overal uitstallingen, geen rust, geen verwijzingen naar de historische kwaliteit die nog aanwezig is. Leiden heeft behalve grotere winkels vooral een kwaliteitsimpuls van de ruimtelijke beleving van het winkelgebied nodig. Het kan en het moet; andere steden gingen ons daarin voor. Er is letterlijk werk aan de winkel. Niet alleen van de gemeente, maar in dit geval vooral ook van de particuliere sector.”img_3103

Terecht constateert de burgemeester dat de kwaliteit van de openbare ruimte in het centrum van Leiden te wensen overlaat.  De burgemeester heeft ook gelijk als hij  de particuliere sector vraagt mee te werken aan de verbetering hiervan. Hij had zelfs ook de Leidse burgers hierop kunnen aanspreken. Maar het is toch vooral de gemeente zelf die verantwoordelijk is voor de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte. Wanneer de gemeente hierin tekort schiet wordt het lastig om de particuliere sector en de burgers te motiveren mee te werken aan de verbetering van die  openbare ruimte.