Coffeeshop de 1e Kamer

In het najaar van 2008 ontstond in Nederland ineens weer een discussie over het coffeeshopbeleid. Aanleiding was het sluiten van de coffeeshops in Terneuzen, Bergen op Zoom en Roosendaal op last van de gemeente. Plaatselijke overlast werd ingezet als motivatie om het huidige, landelijke beleid ter discussie te stellen. Minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie kon zich daar wel in vinden. VVD-Kamerlid Fred Teeven was zelfs dolenthousiast en sprak al over het failliet van het gedoogbeleid. ChristenUnie en CDA zijn per definitie, vanuit een moralistisch standpunt, tegen dit beleid en waren dus ook niet rouwig om alle commotie. Op de site van de Rijksoverheid joint1 Veiligheidbegintbijvoorkomen wordt zelfs door middel van een illustratie een direct verband gelegd tussen het gebruik van soft- en hard-drugs. Maar tijdens de ‘wiettop‘, die op initiatief van de Maastrichtse burgemeester Gerd Leers in november 2008 werd georganiseerd, waren echter de aanwezige burgemeesters eensgezind in hun oordeel over het huidige en toekomstige beleid ten aanzien van de coffeeshops. Volgens hen is een absoluut verbod op softdrugs geen oplossing voor het probleem. De burgemeesters gaven aan te willen reguleren en controleren omdat de openbare orde en de volksgezondheid hier bij gebaat zijn. Verder vonden zij het noodzakelijk over te gaan tot regulering en beheersing van de achterdeur door middel van een georganiseerde pilot. Ook vonden de burgemeesters dat de softdrugsproblematiek Europese afstemming vraagt en riepen het kabinet op, te komen tot een houdbaar gelijkvormig Europees softdrugsbeleid. Al snel na de top loste de discussie in rook op. Maar in juni 2009 zijn de Europese verkiezingen . De Nederlandse politieke partijen zullen in hun verkiezingsprogramma een standpunt moeten innemen ten aanzien van het te voeren Nederlandse- en Europese drugsbeleid. Bestudering van de Nationale drug monitor 2007 geeft hiervoor genoeg aanknopingspunten. De monitor constateert, onder andere, dat het soft- en hard-drugsgebruik in ons land onder het Europees gemiddelde ligt. Wellicht krijgt de ‘gedoogdiscussie’ dit jaar dus toch nog een zinvol, niet moralistisch, vervolg in Nederland en Europa.