In deze tijd doen we veel dingen sneller dan tien jaar geleden, en iedere generatie lijkt wel weer sneller dan de voorgaande. ‘We’ willen resultaten in een hoge frequentie, zodat we blijven opvallen en mee kunnen blijven doen. Het gemeentebestuur heeft het ook. Binnen de vier jaar dat een college zit, moeten de resultaten van het ingezette beleid zichtbaar zijn. De wethouders lijken te denken dat hun positie of die van hun partij daarvan afhangt. Dit resulteert in veel kortlopende plannen, waarbij projecten worden getrokken door managers die tijd en geld strak beheren.
afbeelding: ‘Natuurlijke Tijd’ van Janosh
Voor veel kwaliteiten van de stad kunnen we dit elan best gebruiken. Maar voor een vergaande verduurzaming van de stad ligt het wat anders. Om te beginnen kosten ruimtelijke veranderingsprocessen in de bestaande stad al gauw tien jaar. Vervolgens hebben we een flink ambitieniveau. Om een stad te transformeren naar een duurzame stad, zijn concepten en maatregelen nodig die we ons deels niet kunnen voorstellen. De technieken en processen die we kennen, brengen ons hoogstens op een tussenniveau, van zeg ‘over tien jaar’, en ze kunnen zelfs een beperking zijn voor volgende of verdere stappen. Mijn stelling is dat je grote veranderingen niet kunt vatten in projectplannen, waarbij er op angelsaksische wijze rechtstreeks op een zeer concreet doel wordt afgestevend.
Filosoof Harry Kunneman introduceerde het begrip ‘trage vragen’, in eerste instantie rondom de transcendentie van de mens. Het betekent dat je vragen stelt, geschikt voor processen waarop je het ideale antwoord nog niet kunt kennen. Kunneman en anderen hebben het begrip uitgewerkt voor verandering van organisaties. Ik denk dat het ook een interessante benadering is voor transformatieprocessen in de fysieke omgeving.
Het stellen van trage vragen heeft net zo goed een planmatig karakter. Samen gaan we gemotiveerd op pad, laten we zeggen naar ‘een stip aan een zonnige horizon’. We zoeken met elkaar de aanknopingspunten om vanuit onszelf en binnen het systeem te transformeren. Waarom willen we iets, hoe kunnen we daar met elkaar aan werken? Daarbij kunnen we afspreken zo soms even stil te staan, om ons heen te kijken en te bepalen of we onze koers en ons gezelschap bijstellen. De gemeente kan deze werkvorm zelf hanteren én inzetten bij het ondersteunen van burgers en bedrijven die zich inzetten voor verduurzaming. En als we dan toch het hooghangende fruit gaan plukken, nemen we onderweg het laaghangende wel mee. Goed tegen de honger, en het smaakt naar méér.
Geplaatst door Mieke Weterings
Dag Mieke,
Mooi stukje over de trage vragen.
Kan ik gebruiken voor een overweging in de kerk.
Het was leuk om je afgelopen zondag te spreken.
groeten,
Frans