Tagarchief: Botermarkt

‘LeidsVerdichten’ / Botermarkt

‘case-study’, Botermarkt

Wat gebeurt er als we het bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan even loslaten en op micronivo gaan kijken in een willekeurige straat? Verbetering  met 10% meer vloeroppervlak [overheidsbeleid] en 40-80% [genoemd als haalbaar in publicatie prachtig compact NL van rijksadviseurs] verdichten wordt onderzocht.


Verdichting Botermarkt

De serie ‘LeidsVerdichten’ gaat in op de problematiek van de huidige stedenbouw. Deze problematiek is drieledig.  Ten eerste is er de oproep van de rijksoverheid om binnen de bestaande stadsgrenzen te verdichten / intensiveren. Meer bouwen op minder grond. Bouwen blijft nodig ondanks gelijkstand danwel krimp in sommige gemeentes qua inwonertal omdat er nog groei zit in de benodigde kuubs per persoon. Interessante case-studie, want hoe doen we dat in zo’n oude stad als Leiden. Groeien en bouwen in één van de meest dichtbebouwde binnensteden van Nederland zonder uitbreidingsmogelijkheden? Daarnaast is er hernieuwde waardering voor de bestaande bouw uit het oogpunt van duurzaamheid. Wegwerparchitectuur,  waarin gebouwen minder dan 50 jaar meegaan, kan niet meer worden geaccepteerd. Het hergebruik van bestaande gebouwen is in basis extreem veel duurzamer dan welke sloop-nieuwbouwvariant dan ook. Voorwaarde is wel dat deze gebouwen functioneel bruikbaar zijn en dat de gebouwen kwaliteit hebben en / of een bepaalde cultuurhistorische waarde.

‘LeidsVerdichten’1

Bijdrage door Patrick Colly

Welstand op de Botermarkt

rock'n rave

In het historische centrum van Leiden staat een grote hoeveelheid winkelruimte leeg zoals dit pand op de Botermarkt. Geen fraai gezicht natuurlijk. Kan Leiden hier wat aan doen? Deze maand presenteerde de gemeente haar vernieuwde welstandsnota. Voor de binnenstad gelden strenge regels. Behoudend is een goede typering voor het gewenste stadsbeeld. Vreemd. Vooral in de Leidse binnenstad zijn alle bouwstijlen van middeleeuws tot hedendaags aanwezig. Met name veel gebouwen uit de 19e en 20e eeuw trokken zich weinig aan van toen geldende ‘welstandsnorm’. In alle verschillende bouwstijlen is nu de geschiedenis van de stad zichtbaar. De binnenstad zou daarom juist open moeten staan voor eigentijdse architectuur omdat die later geschiedenis wordt. De gemeente kan zich dus beter richten op het behoud van de bestaande architectonische kwaliteit. De welstandscommissie zou de stad in moeten gaan en negatieve adviezen moeten kunnen geven over verwaarloosde panden. De gemeente kan daarna de eigenaren van die panden een ‘opknapplicht’ geven. Daar kan overigens nu al aan begonnen worden. Ook de gemeente Leiden zelf is namelijk eigenaar van een aantal gebouwen die deze toekomstige welstandstoets niet zouden doorstaan.