Afgelopen maandag heb ik hier niks geplaatst. Ik liep dat weekeinde namelijk een meerdaagse trektocht. Ik had nog gehoopt daarbij een goed idee voor een stukje te krijgen, maar ik kwam vooral met spierpijn terug. Toen dat over was kwamen de ideeën, want ondanks het afzien is het fijn en goed voor de mentale gezondheid om de hele dag actief buiten te zijn. Even niets anders aan m’n hoofd dan kaartlezen, een plek voor m’n tentje in het bos zoeken, vuurtje maken om water uit een beek te koken (tegen natuurlijke ziektemakers, chemische verontreiniging is nu langzamerhand aan het verdwijnen), composteerbaar afval begraven en het niet-composteerbare weer meenemen: ik laat alleen voetafdrukken achter en neem alleen herinneringen mee.
Maar, in de meeste dichtbevolkte Europese landen mag wildkamperen niet; Uit angst voor hele hordes die op zoek naar een gratis overnachting het niet zo netjes achterlaten. Dat blijkt enorm mee te vallen. Staatsbosbeheer heeft sinds een aantal jaar enkele paalkampeerplaatsen. Dat is een paal of pomp waar je binnen een straal van 10 meter gedurende 3 dagen met maximaal 3 trekkerstentjes mag wildkamperen. Ze worden veel gebruikt, maar er zijn geen hordes overlastgevers en bergen troep. Er zit er zelfs één vlak buiten Leiden: tussen Zoeterwoude Dorp en Rijndijk aan de Weipoortse Vliet.
Zo makkelijk kan het dus zijn. Gewoon een bordje aan een paal hangen en klaar, net als bij de liftplaatsten waar ik eerder over schreef. Die twee zijn ook goed combineerbaar. Een paar jaar terug nam ik een liftend Duits stelletje mee dat opweg was naar Amsterdam. Eigenlijk wilden ze eerst nog iets van dat befaamde Groene Hart zien. Ik heb ze naar die gratis Zeltplatz im grünen Herzen Hollands gebracht: so macht trampen Spaß.
Volgende keer ga ik de paalkampeerplaats in Zoeterwoude zelf maar eens uitproberen. Lopend vanaf huis vertrekken heeft ook wel wat. Dan is de voetafdruk die ik achterlaat nog iets kleiner.
Maandagbijdrage van Jochem Lesparre